Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Mensenkind, profeteer en zeg: Alzo zegt de HEERE: Zeg: [21]Het zwaard, [22]het zwaard is [23]gescherpt, en ook [24]geveegd. 21. Versta door het zwaard de plaag van den oorlog. Zie Lev.26:6. 22. Het woord is verdubbeld om de grootheid en zekerheid der zaak, die verhaald wordt, mitsgaders de beweging desgenen, die het verhaal doet, uit te drukken, alsook om dengenen, wien het verhaal aangaat, tot hartelijke beweging te verwekken; vergelijk 2 Kon.4:19; Jes.26:5; Jer.4:19, en onder vs.28. 23. Te weten om te straffen en te verderven. 24. Dat is, schoon, net en sierlijk gemaakt.